top of page

Als Jules na zijn studie in Nederland, terugkeert naar Suriname, staan hem veel mogelijkheden te wachten. Hij wil zich vooral toeleggen op het onderwijs in beeldende kunsten, een eigen Surinaams kunst instituut oprichten.

 

Ondertussen bestaat ook de tekenschool van de Nederlandse Nola Hatterman, waar Jules zelf ooit lessen heeft gehad. Die school krijgt subsidie van de Nederlandse overheid. Vanuit de Sticusa, is er een samenwerking met de school van Nola.

 

Jules start het SABK. Een Surinaamse opleiding voor Beeldende kunsten. Vanwege verschil in opvattingen en ideologie, gaan Chin A Foeng en bestuurslid Maynard uit elkaar.

 

 

Chin A Foeng, richt in 1967 het NIKK op, het Nationaal Instituut voor Kunst en kultuur.

Doel van het NIKK was om Surinaams talent op te leiden tot een volwaardig niveau in de beeldende kunsten. Opgeleid door Surinaamse docenten, waaronder hij zelf. Jules gelooft erin dat het NIKK als volledig Surinaams instituut kan bestaan. Maar daar is geld voor nodig.

Geld dat niet vanuit de Surinaamse overheid gegeven kan worden. Sticusa kan daarmee niet inspringen, omdat de beschikbare subsidie nog steeds wordt uitbesteed aan de tekenschool van Nola Hatterman.

Het zit financieel niet mee, maar Jules houdt vol en NIKK levert een groot aantal talentvolle leerlingen af, die allemaal de cursus afronden. Sticusa laat een onafhankelijk onderzoek doen naar de opleidingsresultaten. Daaruit blijkt dat NIKK vele malen beter scoort dan de opleiding van Hatterman. NIKK heeft in een jaar tijd meer cursisten en betere slagingsresultaten dan de school van Nola. De "nikkoe-koes", zoals de cursisten zich noemen, zetten zich naast hun studie aan het instituut ook in voor sociaal maatschappelijke activiteiten. In 1974 ontwerpen zij affiches en posters met als thema "FRI", met in gedachten het vrijheidsgevoel richting onafhankelijk Suriname.

​

​

​

​

​

​

 

 

 

 

 

 

                                                                                                                                                 

 

 

 

Het NIKK levert talentvolle kunstenaars af die later tot bekende Surinaamse kunstenaars ontspruiten. Zoals Glenn Fung Loy, Robert Bosari, Rene Tosari, Albert Gomes en Henk Fernandes. Fung Loi raakt door de jaren heen goed bevriend met Chin en blijft ook in de jaren 80 en ver in de jaren 2000 als docent en cursusleider verbonden aan het AHKCO.

20231026_113941_edited.jpg

AHKCO, de academie voor Hoger Kunst en cultuur onderwijs

​

Het NIKK is een voorloper geweest op wat Chin A Foeng al die tijd wilde voor zijn land : een Surinaamse academie.

Na veel getouwtrek en felle discussies, kon hij op 18 mei 1981 eindelijk zijn droom werkelijkheid zien worden.

De eerste kunstacademie in Suriname, wordt geopend en staat aan de Anton Dragtenweg.

​

Dit instituut waar in eerste jaren behalve beeldende kunsten, ook cultuur wetenschappen, fotografie en grafische vormgeving worden gedoceerd, staat na enkele omzwervingen nu aan de Waterkant in Paramaribo. De opleiding is uitgebreid met de opleiding journalistiek.

Foto boven: Chin, Chang San Lin, hoofd van de schilderafdeling, Orlando van Amson
en minister Andre Kamperveen op een open dag van het AHKCO in 1982

Foto rechts: Het huidige pand van het AHKCO aan de Waterkant.

 

SURINAAMSE KUNSTACADEMIE

NIKK

bottom of page