De jaren 60 zijn voor Jules een periode van ontwikkelen, ontdekken en experimenteren. Een tiener met talent.
De grote reis overzees.
Ambities achterna en dromen waarmaken met een eigen instituut.
Tekenwedstrijden
Jules doet als tiener regelmatig mee aan tekenwedstrijden. Is het niet van Philips, dan wel aan een internationale van India
Stripverhaal in de krant
Als tienerjongen had Jules de kans om voor een dagblad een stripverhaal te tekenen. Hij verzon "Tjadorsie". De redactie schreef bij zijn vertrek nog een leuk afscheidsbericht.
Lessen bij Nola
Jules behoort tot een van de eerste leerlingen van de tekenschool bij het CCS in Paramaribo. Hij krijgt daar les van o.a. Nola Hatterman.
Als vergevorderde student neemt hij deel aan groepstentoonstellingen. Op 17-jarige leeftijd maakt hij aanspraak op een beurs en vertrekt hij naar Nederland voor studie in Tilburg.
In Tilburg behaalt hij zijn MO-A tekenen aan de academie voor beeldende Kunsten. Klik hier voor zijn studiewerk uit die tijd. En krijgt hij de kans om extra schilderlessen te volgen bij docent Nico Molenkamp. Als hij in 1964 wil inschrijven op de Rietveld Academie in Amsterdam, moet hij werk laten zien. Hij besluit daarom de zomer van dat jaar hard aan het werk te gaan.
Die werken exposeert hij in september 1964, in cafe de Fijnproever in Tilburg. Als dank voor de gastvrijheid van de Tilburgse bevolking en als afscheid van zijn vrienden.
Hij exposeert er 23 werken, waaronder het enorme doek van 2x2meter: "Waarom zou ik het een naam geven". Het doek wordt meteen gekocht door een echtpaar. Veertig jaar later koopt dochter Sharma het over van de weduwe van dat echtpaar.